Mildheid en compassie zijn één van de onderdelen van herstel-yoga. Daarbij oefen je met het ontwikkelen van een steunende en vriendelijke houding tegenover jezelf in moeilijke tijden. Maar wat is zelfcompassie eigenlijk? En is het niet egoïstisch om zo met jezelf bezig te zijn? Lees er meer over in dit blogartikel.

Zelfkritiek versus zelfcompassie
Zelfcompassie gaat over een steunende en vriendelijke houding tegenover jezelf in moeilijke tijden. In plaats van je leed te negeren, zeg je tegen jezelf: “Dit is iets waar ik het moeilijk mee heb. Hoe kan ik op dit moeilijke moment het beste mezelf troosten en voor mezelf zorgen?”
Dat klinkt misschien een beetje simpel, maar toch is zelfcompassie – voor de meesten van ons – helemaal niet zo makkelijk. Meestal zijn we beter in zelfkritiek. Misschien herken je dat wel, dat je regelmatig streng en hard bent voor jezelf. Waarom doen we dat eigenlijk? Volgens Kristin Neff (een Amerikaanse auteur op het gebied van zelfcompassie) denken we dat zelfkritiek noodzakelijk is om iets te bereiken. Of we denken dat we laks of lui worden als (veel) zelfcompassie hebben.
We zijn streng en hard voor onszelf in de hoop dat het ons motiveert om meer te doen, of om iets beter te doen. Maar daarmee bereik je echter het tegenovergestelde. Negativiteit richting jezelf doet je lichaam en je geest zeker geen goed. Het geeft je spanning en stress, en kan uiteindelijk zelf leiden tot problemen als depressie.
Van hardheid naar zachtheid
Als je geconfronteerd wordt met ziekte of lichamelijke beperkingen, dan heeft dat meestal ook invloed op hoe je je verhoudt tot je lichaam. Misschien ben je wel boos op je lichaam, of voel je je in de steek gelaten. Of misschien wordt het lichaam ineens iets ‘engs’ en durf je je lichaam niet goed meer te voelen of te ervaren. Het kan dan lastig zijn om een liefdevolle relatie met je lichaam te hebben.
Of wellicht probeer je je klachten en beperkingen soms weg te wuiven. Ik hoor regelmatig van deelnemers aan mijn lessen dat ze zich groot houden voor hun omgeving. Ze willen zo snel mogelijk willen herstellen en anderen niet te veel tot last willen zijn. Met als gevolg dat ze daarbij regelmatig over hun eigen grenzen gaan. Tegelijkertijd voelen ze zich soms niet gezien in hun eigen pijn en verdriet, zeker als de acute fase van ziek zijn al weer een tijdje achter de rug is.
Zelfcompassie betekent dat je jezelf zorg en steun geeft als je het moeilijk hebt, als je ergens niet in slaagt, of als iets je niet bevalt aan jezelf. Je erkent dat je het moeilijk hebt en je kijkt hoe je op dat moment het beste voor jezelf kan zorgen. In plaats van hard naar jezelf te zijn, neem je een zachte, begripvolle houding aan.
Egoïstisch of niet?
We vinden het vaak makkelijker om compassie te hebben met anderen, dan voor onszelf.
Zelfcompassie wordt wel eens verward met begrippen als zelfmedelijden, egoïsme of zielig doen. Alsof je met zelfcompassie alleen maar bezig bent met jezelf en je eigen gevoelens.
Maar compassie voor jezelf is niet echt anders dan compassie voor anderen. Denk eens aan een moment waarop je compassie voor een ander voelde. Misschien werd je geraakt door het leed van de ander. Je hart reageert daarop en je voelt warmte en zorgzaamheid. Waarschijnlijk voel je ook de behoefte om de ander te helpen of te steunen.
Zelfcompassie betekent dat je op precies dezelfde manier naar jezelf kijkt als je het moeilijk hebt. Het houdt in dat je jezelf dezelfde zorg en steun geeft als je een goede vriend zou geven. Dus in plaats van zelfkritiek te hebben, heb je compassie voor het feit dat je niet perfect bent of een moeilijke tijd doormaakt.
Niet makkelijk, wel te trainen
Een zachte, begripvolle houding naar jezelf, je lichaam en beperkingen is niet altijd makkelijk. Maar je kunt het wel trainen. Door te oefenen met zelfcompassie in de yogales leer je een zachte, begripvolle houding aan te nemen naar jezelf en je lichaam. En dat is wat je nodig hebt om goed voor jezelf te (blijven) zorgen.